X dient, ook nadat zij hiertoe is aangemaand, geen aangifte IB/PVV 2006 in. Daarop legt de inspecteur haar ambtshalve een aanslag op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.722 en tevens een verzuimboete van € 794. In de beroepsfase dient X alsnog een aangifte in waarbij zij aftrekposten opvoert in verband met een eigen woning en buitengewone uitgaven wegens ziekte. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X geen recht heeft op hogere aftrek dan de inspecteur reeds heeft geaccepteerd. De gestelde kosten voor verbetering of onderhoud van de eigen woning heeft X niet met schriftelijke bewijsstukken gestaafd. De kosten van het door X gevolgde natriumdieet zijn niet aftrekbaar nu X niet heeft aangetoond dat zij het dieet op medisch voorschrift heeft gevolgd. Het beroep van X tegen de aanslag is wel gegrond omdat de inspecteur heeft ingestemd met een verlaging van het belastbare inkomen naar € 10.982. De boete wordt gematigd naar € 226. X stelt hoger beroep in.
Hof Den Haag (MK I, 30 januari 2013, BK-11/00240, V-N 2013/20.21.2) ziet geen reden om hogere aftrekposten toe te staan in verband met de eigen woning en ziektekosten van X. Het hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. In aanvulling hierop merkt het hof nog op dat X ook in hoger beroep heeft nagelaten met bewijsstukken te komen om de door haar geclaimde aftrekposten te staven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Wet inkomstenbelasting 2001 3.123