De Hoge Raad oordeelt dat het waarderingsvoorschrift van art. 3.29 Wet IB 2001 niet een inbreuk maakt op een eigendom of een gerechtvaardigde verwachting. Er is namelijk niet voldaan aan het vereiste van het bestaan van een eigendom of een gerechtvaardigde verwachting in de zin van art. 1 EP EVRM.

X bv is verzekeraar van een pensioen- en stamrechtaanspraak. A is enig aandeelhouder van X bv. De som van de pensioen- en stamrechtverplichting in de VPB-aangifte 2016 bedraagt € 626.048. De inspecteur berekent bij het opleggen van de VPB-aanslag 2016 de fiscale balanswaarde van de pensioen- en stamrechtverplichting op € 421.537. Dit leidt tot een gedeeltelijke vrijval van de pensioen- en stamrechtvoorziening van € 204.511. Het grootste deel van de correctie op de pensioenvoorziening ziet op de aanpassing van de rekenrente naar 4%. Hof Den Haag oordeelt dat de pensioen- en stamrechtvoorzieningen per saldo terecht met een bedrag van € 204.511 ten gunste van de winst is gecorrigeerd. De duidelijke wettekst van art. 3.29 Wet IB 2001 en de in de Wet IB 2001 neergelegde systematiek inzake de jaarwinstbepaling laten geen ruimte om de waardering van de pensioen- en stamrechtverplichting op gronden van redelijkheid en billijkheid te baseren op een lagere netto rekenrente. X bv gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het waarderingsvoorschrift van art. 3.29 Wet IB 2001 niet een inbreuk maakt op een eigendom of een gerechtvaardigde verwachting. Er is namelijk niet voldaan aan het vereiste van het bestaan van een eigendom of een gerechtvaardigde verwachting in de zin van art. 1 EP EVRM. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest van 17 maart 2023, 20/02644. In dat arrest verwijst de Hoge Raad weer naar de conclusie van Advocaat-generaal Wattel. De A-G merkt daarbij ook op dat de situatie van X bv verschilt met de casus uit het Kerst-arrest van de Hoge Raad (24 december 2021, nr. 21/01243, V-N 2022/2.3). De overige klachten van X bv doet de Hoge Raad af met een verwijzing naar art. 81 Wet RO.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Wet inkomstenbelasting 2001 3.29

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 20 maart

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen