Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bij de inbreng van de onroerende zaak in zijn eenmanszaak in 2010 ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de waardedruk wegens zelfbewoning.

Belanghebbende, X, start in 2010 een eenmanszaak. In zijn aangifte IB/PVV 2010 neemt X een bedrag van € 520.000 op voor gebouwen. Dit blijkt achteraf te gaan om een woning die X in 2009 heeft gekocht voor € 470.000. Bij de aanslagregeling IB/PVV 2013, in welk jaar de woning weer overgaat naar privé, neemt de inspecteur het standpunt in dat de inbrengwaarde lager had moeten zijn vanwege zelfbewoning.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bij de inbreng van de onroerende zaak in zijn eenmanszaak in 2010 ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de waardedruk wegens zelfbewoning. Een pand dat bij de start van de onderneming overgaat van het privévermogen naar het ondernemingsvermogen moet op de balans worden opgenomen voor de waarde in het economische verkeer bij de inbreng. Daarbij vormt duurzame zelfbewoning een omstandigheid die de waarde kan beïnvloeden. X heeft hiermee in 2010 ten onrechte geen rekening gehouden en de inspecteur heeft dit in 2013 terecht op basis van de foutenleer hersteld. Het beroep van X op vertrouwensbeginsel faalt omdat X de inbreng niet uitdrukkelijk aan de orde heeft gesteld in de aangifte.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 11 oktober

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen