Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X ook in 2004 een aanbrengcommissie heeft genoten. De betaling is volgens het hof namelijk gelopen via een bv van X. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, en zijn vrouw hebben zowel in Nederland als in Spanje een woning. X en de inspecteur zijn het er over eens dat X zowel in Nederland als in Spanje woont, en dat X, voor het belastingverdrag Nederland-Spanje als inwoner van Spanje heeft te gelden. In geschil is of X aanbrengcommissies heeft genoten in verband met werkzaamheden die hij als intermediair zou hebben verricht in verband met een scheepsbouwproject, en of Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van deze inkomsten. X stelt dat hij geen commissie heeft genoten, omdat de bedragen die hij zou moeten ontvangen alleen op papier bestonden. Voor deze constructie was volgens X gekozen om voor elkaar te krijgen dat de bank het hele project zou financieren. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X in 2003 een aanbrengcommissie van € 260.000 heeft genoten in verband met het scheepsbouwproject. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de commissie moet worden aangemerkt als ROW, en dat het heffingsrecht over dit inkomen aan Nederland toekomt. Ten aanzien van de aanbrengcommissie van € 313.467 die X in 2004 zou hebben genoten, stelt de rechtbank vast dat X deze niet heeft genoten. De rechtbank acht hierbij onder andere van belang dat de inspecteur niet heeft aangegeven hoe X de (aanbreng)commissies zou hebben genoten.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 2 juni 2015, 14/00482 en 14/00483, V-N Vandaag 2015/1303) oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X, naast 2003, ook in 2004 een aanbrengcommissie heeft genoten. Volgens het hof blijkt uit de feiten dat X een vordering van € 313.467 heeft gekregen op A bv, en dat A bv deze vordering, via een betaling van € 940.401, heeft voldaan aan B bv, een bv waarvan X de helft van de aandelen in handen heeft. Aangezien X hiervoor geen vergoeding van B bv heeft ontvangen, heeft X zich volgens het hof een, als ROW te kwalificeren, bate laten ontgaan. Het gelijk is aan de inspecteur.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 19 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen