Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur heeft gedwaald. Hij is dan ook niet gebonden aan de VSO. X bv heeft cruciale informatie voor de waardering van de aandelen niet met de inspecteur gedeeld.

Belanghebbende, X bv, is een snel groeiende startup die zich bezig houdt met het ontwikkelen van software gericht op de olie- en gasindustrie. Eind 2012 worden afspraken gemaakt met enkele werknemers om te participeren in X bv en om deel uit te maken van het managementteam. Participatie zal plaatsvinden via de nieuw op te richten vennootschap Y bv en de nieuw op te richten vennootschap Z bv, die na oprichting in ruil voor eigen aandelen, de aandelen in X bv verkrijgt. Om de participatie te formaliseren wordt namens X bv contact gezocht met de Belastingdienst om de waarde van de aandelen af te stemmen. In een brief stelt X bv onder andere dat er geen sprake is van loon bij de initiële koop van de aandelen in Y bv, dat de waarde van de aandelen in Z bv gelijk is aan de waarde van de aandelen in X bv en gewaardeerd kan worden op € 1,6 mln. De inspecteur stemt op 5 augustus 2013 in met de inhoud van de brief. Naar aanleiding van de gedeeltelijke verkoop van de aandelen Z bv in april 2014 voor een bedrag van USD 36 mln stelt de inspecteur een boekenonderzoek in. Hij legt vervolgens een LB-naheffingsaanslag van € 6,2 mln op aan X bv. Volgens de inspecteur is hij niet gebonden aan de VSO, omdat X bv hem niet volledig en/of onjuist heeft geïnformeerd. Daarbij stelt de inspecteur dat wel sprake is van loon.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur heeft gedwaald en derhalve niet is gebonden aan de VSO. Volgens de rechtbank heeft X bv nagelaten informatie met de inspecteur te delen, terwijl zij had moeten begrijpen dat die informatie voor de inspecteur bepalend zou zijn voor zijn beslissing om een afspraak te maken over de waarde van de aandelen. Als X bv de inspecteur had geïnformeerd over de besprekingen met potentiële overnamekandidaten zou hij niet akkoord zijn gegaan met de waardering op basis van alleen de omzetcijfers uit 2010 - 2012. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat sprake is van loon en dat zowel de inspecteur als X bv de waarde van de aandelen niet aannemelijk maakt. De rechtbank stelt de waarde in goede justitie vast op € 39 mln en vermindert de naheffingsaanslag tot een bedrag van € 1,6 mln.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 13a

Wet op de loonbelasting 1964 13

Wet op de loonbelasting 1964 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 17 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen