Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het investeringsfonds geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. Zij verricht namelijk geen prestaties in het economisch verkeer en kwalificeert dan ook niet als BTW- ondernemer.

De activiteiten van Investeringsfonds X cv bestaan uit het verrichten van private equity investeringen. Zij verwerft daarbij, indirect, via speciaal daarvoor opgerichte vennootschappen (‘BidCo’s’), meerderheidsbelangen in de door Y geschikt bevonden bedrijven. Op het moment van oprichting van de BidCo zijn de voorbereidende werkzaamheden reeds verricht en is de transactiedocumentatie reeds opgeleverd en positief beoordeeld door Y. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een BTW-naheffingsaanslag op aan X cv, omdat hij onder andere van mening is dat een bedrag van € 100.000 ten onrechte als voorbelasting in aanmerking is genomen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het investeringsfonds geen recht heeft op aftrek van BTW-voorbelasting. Het investeringsfonds verricht namelijk geen prestaties in het economisch verkeer en kwalificeert dan ook niet als BTW-ondernemer. Het ter beschikking stellen van door haar van externe adviseurs verkregen positieve transactiedocumentatie aan de BidCo vormt geen prestatie in het economisch verkeer. De rechtbank overweegt daarbij dat het ter beschikking stellen van transactiedocumentatie aan de BidCo alleen maar is bedoeld voor het verkrijgen van financiering en daarom als prestatie niet op een lijn kan worden gesteld met de adviesdiensten van de externe adviseurs aan het investeringsfonds. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 6 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

106

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen