Belanghebbende, X bv, handelt in auto's en is geen erkende dealer. Zij heeft in Duitsland een vennootschap, F GmbH, opgericht. Deze koopt de auto in, die via X bv aan de Nederlandse klant wordt doorverkocht. De inspecteur stelt dat deze constructie bewust wordt gebruikt om belasting te besparen. Door het Duitse kenteken heeft de auto namelijk als gebruikt te gelden (zie HR 29 januari 2016, nr. 14/01503, V-N 2016/7.21). In mei 2014 doet X bv BPM-aangifte voor twee Fiats. De auto's hebben een km-stand van 10. Er is in totaal € 2.954 BPM voor voldaan. In geschil is de naheffingsaanslag van € 3.346. Niet in geschil is dat in de aangifte ten onrechte is uitgegaan van een te lage CO2-uitstoot.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat sprake is van misbruik, zodat er op die grond geen reden is de auto's als nieuw aan te merken. Het is plausibel dat andere belangen voor X bv vooropstaan bij deze door haar veelvuldig gehanteerde werkwijze. Rekening houdend met een tabel-afschrijving van 21,25% is voor beide auto's € 4.528 BPM verschuldigd. De naheffing moet dus worden verminderd tot € 1.574. Het beroep van X bv is gegrond. Er moet rente aan X bv worden vergoed over het tijdvak dat begint op de dag na die van de betaling van de onverschuldigde BPM.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 25 april