De Oostenrijker Fuchs installeert in 2005 zonnepanelen op het dak van zijn woning. De elektriciteit die hij produceert, levert hij aan het openbare elektriciteitsnet. Voor de elektriciteit die Fuchs afneemt, betaalt hij dezelfde prijs als die hij ontvangt voor de door hem geleverde elektriciteit. Voor de aankoop en installatie van het systeem heeft Fuchs € 38.367,76, incl. 20% btw, betaald. De Oostenrijkse fiscus legt een btw-aanslag op aan Fuchs, waarbij hem het recht op aftrek van de betaalde btw wordt ontzegd. De Oostenrijkse rechter beslist dat Fuchs recht heeft op een belastingkrediet, waarop de fiscus in hoger beroep gaat. De Oostenrijkse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal (A-G) Sharpston concludeert dat het produceren van elektriciteit via zonnepanelen op het dak van een particuliere woning een ‘economische activiteit' in de zin van art. 4 Zesde btw-richtlijn is. De A-G merkt hierbij nog wel op dat de geproduceerde elektriciteit dan tegen vergoeding aan het net moet worden geleverd. Fuchs kan de over de aankoop van de installatie betaalde btw volgens de A-G dan ook in aftrek brengen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 8 november