Rechtbank Den Haag oordeelt dat de kansspelbelasting uitsluitend een met de VPB verrekenbare voorheffing is voor degene over wiens gewonnen prijzen die belasting is geheven.

X bv is de moedermaatschappij van een VPB-fiscale eenheid, die kansspelautomaten exploiteert in kansspelautomatenhallen in Nederland. Op jaarbasis betaalt X bv ruim € 4 miljoen kansspelbelasting. In geschil is of die verrekenbaar is in de VPB-sfeer.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de kansspelbelasting uitsluitend een met de VPB verrekenbare voorheffing is voor degene over wiens gewonnen prijzen die belasting is geheven. X bv is geen kansspelbelasting verschuldigd in haar hoedanigheid als prijswinnaar, maar als exploitant van de automaten. De kansspelbelasting over de bruto-omzet is voor X bv een zakelijke heffing die als bedrijfslast haar winst vermindert. Er is dus geen sprake van dubbele heffing of strijdigheid met het totaalwinstbeginsel. De beroepen van X bv zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Kansspelbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 juli

40

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen