De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting stelt dat een door een student periodiek ontvangen studiebeurs op grond van art. 3.101 lid 1 sub c Wet IB 2001 als periodieke uitkering belast dient te worden, omdat de studiebeurs juridisch afdwingbaar is en de studiebeurs niet een tegenwaarde voor een prestatie vormt.

Aan de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting is de vraag voorgelegd of een ontvangen studiebeurs die een bedrijf periodiek aan een student uitkeert, belast kan worden als een periodieke uitkering. Het bedrijf betaalt de studiebeurs aan de student om hem voor te bereiden op een loopbaan binnen de branche. Voor het ontvangen van de studiebeurs moet de student een verplicht trainingsprogramma doorlopen en wordt van hem verwacht dat hij participeert aan sociale activiteiten. Voorts kan de studiebeurs door het bedrijf eenzijdig worden beëindigd indien de student te veel afwezig is.

Het bedrijf dat de studiebeurs betaalt aan de student ontvangt namelijk geen tegenprestatie waarin het ontstaan van de verplichting tot het doen van uitkeringen zijn grond vindt. De studiebeurs en daaraan verbonden kosten vloeien voort uit de human resource en of de marketingstrategie van het bedrijf en niet uit de verplichte deelname van de student aan een trainingsprogramma en de verlangde deelname aan de sociale activiteiten.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.101

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 9 juni

108

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen