De Hoge Raad oordeelt dat het systeem van kentekenparkeren in de gemeente Amsterdam een gerechtvaardigde inmenging is in het recht op het privéleven als bedoeld in art. 8 EVRM.
X is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam. X stelt dat het door de gemeente Amsterdam gehanteerde systeem van kentekenparkeren en de in het kader van dit systeem voorgeschreven wijze van betaling van parkeerbelasting, in strijd is met art. 8 EVRM.
De Hoge Raad oordeelt dat het systeem van kentekenparkeren in de gemeente Amsterdam een gerechtvaardigde inmenging is in het recht op privéleven als bedoeld in art. 8 EVRM. Anders dan het hof is de Hoge Raad van oordeel dat bij het kentekenparkeersysteem in Amsterdam wel sprake is van een inmenging door de gemeente in het recht van X op respect voor zijn privéleven als bedoeld in art. 8 EVRM. Bij dit systeem van kentekenparkeren (het invoeren van het kenteken en controle door scanauto’s in de openbare ruimte) gaat het namelijk om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken, gedurende enige tijd bewaren en gebruiken van gegevens. In dit geval is deze inmenging naar het oordeel van de Hoge Raad echter gerechtvaardigd omdat de eis van het opgeven van het kenteken is te lezen in de Parkeerverordening 2013 van de gemeente Amsterdam, in combinatie met de Gemeentewet. De Hoge Raad wijst het cassatieberoep van X af.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 14 april
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief