Advocaat-generaal Niessen concludeert dat de kortingsregeling binnen de 30%-regeling niet in strijd is met het EU-recht.
X woont sinds 1992 in het buitenland. In juni 2012 verhuist hij terug naar Nederland. Hij verzoekt vervolgens om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur wijst het verzoek, op grond van de kortingsregeling van art. 10ef Uitv. besl. LB 1965, af. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht heeft op toepassing van de 30%-regeling. De rechtbank overweegt daarbij onder andere dat de wetgever in redelijkheid heeft kunnen veronderstellen dat de extraterritoriale kosten van een binnen de 25-jaarstermijn terugkerende werknemer minder hoog zijn dan van een werknemer die buiten die termijn terugkeert en dat er geen sprake is van strijd met het EU-recht. X stelt sprongcassatie in.
 
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat de kortingsregeling binnen de 30%-regeling niet in strijd is met het EU-recht. Volgens de A-G leidt de kortingsregeling niet tot een verboden verschil in behandeling. De A-G overweegt daarbij onder andere dat ook ingekomen werknemers zónder de Nederlandse nationaliteit die eerder in Nederland verbleven, op dezelfde wijze door de kortingsregeling worden getroffen als X. Er is dan sprake van gelijke gevallen die gelijk worden behandeld. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ef

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 19 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen