De Hoge Raad oordeelt dat de uitspraak van Hof Leeuwarden over het lage tarief voor zeilarrangementen geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting.

X cv exploiteert een zeilschool en organiseert zeil- en surfarrangementen voor kinderen. In geschil is of dit is aan te merken als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. De lessen worden gegeven vanuit een jachthaven, waarvan X cv het exclusieve gebruiksrecht heeft. Beginners oefenen in het gemarkeerde vaarwater dichtbij de jachthaven, gevorderden gaan het grote water op. Volgens Rechtbank Leeuwarden kan X cv het openbare vaarwater niet exclusief openstellen aan haar afnemers en van een recht om gebruik te maken van een sportaccommodatie is dus ook geen sprake. Hof Leeuwarden oordeelt echter dat wel sprake is van een sportaccommodatie, zijnde de accommodatie op de wal met de daarbij behorende voorzieningen, de jachthaven en het gemarkeerde vaarwater. X cv claimt terecht toepassing van het 6% btw-tarief. De Minister van Financiën gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de uitspraak van het hof geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Hieraan doet niet af dat het zeilen en surfen mede plaatsvindt op het grote water. Het oordeel van het hof kan, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, voor het overige in cassatie niet op juistheid worden getoetst. Het is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Het beroep van de Minister is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)

21

Gerelateerde artikelen