Rechtbank Den Haag oordeelt dat de lagere bijtelling van 22% alleen geldt voor 'nieuwe auto's', aangezien die over het algemeen zuiniger zijn. De wettelijke definitie van een 'nieuwe auto', zijnde een auto met een datum eerste toelating van na 31 december 2016, is niet discriminatoir.

Belanghebbende, de heer X, werkt in dienstbetrekking. Zijn werkgever stelt aan hem in januari 2017 een Opel Zafira Tourer ter beschikking. De auto heeft 21 augustus 2015 als datum van eerste toelating. X mag de auto ook privé gebruiken. In geschil is het bijtellingspercentage voor de loonheffing. De werkgever heeft de maandelijkse bijtelling gebaseerd op het jaarlijkse voordeel van 25% van de waarde (art. 36c lid 1 Wet LB 194). X stelt dat het percentage 22 moet zijn, aangezien dit ook geldt voor identieke auto's die 1 januari 2017 of later als datum van eerste toelating hebben (Wet uitwerking Autobrief II op 1 januari 2017). Volgens de inspecteur valt X echter onder de overgangsregeling met de hoge bijtelling.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de lagere bijtelling van 22% alleen geldt voor 'nieuwe auto's', aangezien die over het algemeen zuiniger zijn. De wettelijke definitie van een 'nieuwe auto', zijnde een auto met een datum eerste toelating van na 31 december 2016, is niet discriminatoir. Mede omwille van de uitvoerbaarheid mag de wetgever deze keuze maken. De wetgever heeft met dit overgangsrecht onwenselijke effecten willen voorkomen. Anders hadden mensen bijvoorbeeld kunnen besluiten om een minder zuinige auto te gaan leasen. De overgangsregeling is dus niet in strijd is met het internationale gelijkheidsbeginsel (art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM). X beroept zich ook vergeefs op art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM inzake het ongestoord genot van eigendom. De enkele omstandigheid dat, naar X stelt, de wetgever in het verleden bij wijzigingen van het autokostenforfait geen overgangsregeling heeft getroffen, maakt niet dat thans sprake is van willekeurige wetgeving. De hogere bijtelling is voorts geen individuele en buitensporige last. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Wet Uitwerking Autobrief II

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Wet op de loonbelasting 1964 36c

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 19 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen