A houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. X bv houdt 33,33% van de aandelen in E bv. De overige aandelen E bv zijn, middellijk, in de handen van de broer en zus van A. E bv houdt de aandelen in H BV, die een vakantiepark met een camping en jachthaven exploiteert. In 2009 verkoopt X bv de aandelen E bv. Hierbij wordt overeengekomen dat A betrokken zal blijven bij de onderneming, en zijn kennis zal overdragen. X bv en H bv sluiten een managementovereenkomst. Vervolgens stellen X bv, H bv en A een vaststellingsovereenkomst op, waarin wordt bepaald dat A zich onthoudt van het verrichten van werkzaamheden. In 2009 ontvangt X bv € 42.000 van H bv en in 2010 € 94.573. In geschil is of de bedragen die X bv van H bv heeft ontvangen zijn aan te merken als een managementvergoeding of als voordelen uit hoofde van een deelneming.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de bedragen die H bv heeft betaald als managementvergoeding moeten worden aangemerkt. Volgens de rechtbank is de grondslag voor deze betalingen namelijk in de managementovereenkomst gelegen. Dat A op grond van de vaststellingsovereenkomst geen arbeid hoeft te verrichten, acht de rechtbank dan niet van belang. Verder merkt de rechtbank nog op dat uit niets blijkt dat de betalingen moeten worden aangemerkt als onderdeel van de door X bv overgedragen aandelen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 27 juni