Rechtbank Gelderland beslist dat de leeftijdsgrens tot 40 jaar voor toepassing van de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling niet in strijd is met het verbod op (leeftijds)discriminatie.

In april 2017 ontvangen belanghebbende, X, en zijn broer ieder een schenking van hun vader van € 40.000. X is op dat moment 43 jaar en zijn broer 39 jaar. X gebruikt de schenking voor de aflossing van zijn hypotheek op zijn woning. X doet in de aangifte schenkbelasting, net als zijn broer, een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen. De inspecteur weigert de vrijstelling bij X omdat hij ouder is dan 40 jaar. In beroep stelt X dat hij onevenredig wordt belast in vergelijking met zijn broer die door de vrijstelling geen belasting hoeft te betalen.

Volgens Rechtbank Gelderland berust de leeftijdsgrens op een keuze van de fiscale wetgever waarvan niet kan worden gezegd dat zij evident van iedere redelijke grond is ontbloot. De wetgever heeft daarom met deze leeftijdsgrens de grenzen van de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden. De leeftijdsgrens tot 40 jaar bij de eenmalige verhoogde vrijstelling (zowel met als zonder bestedingsdoel) is niet in strijd met het verbod op (leeftijds)discriminatie. Van een morele verplichting tussen de schenker en X is ook geen sprake. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Successiewet 1956 33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 24 november

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen