Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er sprake is van onverklaarbaar stelselmatig verzuim. Het hof kan niet vaststellen of de financiële positie van X aanleiding is voor matiging van de boete wegens gebrek aan nadere gegevens daarover. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X doet te laat aangifte IB 2016, nadat hij daarvoor is uitgenodigd, aangemaand en herinnerd. De inspecteur legt bij de aanslag IB/PVV de maximale verzuimboete van € 5278 op. X komt daartegen tevergeefs in bezwaar en beroep. In hoger beroep doet X in het beroepschrift een bewijsaanbod ten aanzien van het stelselmatig aangifteverzuim en zijn financiële positie. In de procedure maakt X daarvan geen gebruik.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/18.1.6) onderzoekt of de aan X opgelegde verzuimboete passend en geboden is. Het hof oordeelt dat er sprake is van onverklaarbaar stelselmatig verzuim. Het hof kan niet vaststellen of de financiële positie van X aanleiding is voor matiging van de boete wegens gebrek aan nadere gegevens daarover. X' hoger beroep ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 21

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 4 juli

42

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen