Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar wegens het ontbreken van een toereikende machtiging niet-ontvankelijk mocht verklaren.

Belanghebbende, X, laat een derde bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking. In geschil is of de heffingsambtenaar dit bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar wegens het ontbreken van een toereikende machtiging niet-ontvankelijk mocht verklaren. Het enkel meesturen van een afschrift van het aanslagbiljet bij het door de gestelde gemachtigde ingediende en door hem ondertekende bezwaarschrift kan een machtiging niet vervangen. Ook een e-mailcorrespondentie kan niet als machtiging aangemerkt worden omdat daaruit hooguit kan worden afgeleid dat X ervoor openstond de gestelde gemachtigde in te schakelen. Nu de heffingsambtenaar gelegenheid tot herstel heeft gegeven, mocht hij het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren. X heeft wel recht op een ISV van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn en een PKV van € 1.674.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Algemene wet bestuursrecht 2:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 20 juni

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen