Het Litouwse UAB Enteco Baltic is actief in de groothandel in brandstoffen. Enteco Baltic voert brandstoffen vanuit Belarus in Litouwen in en verkoopt het vervolgens aan Poolse, Slowaakse en Hongaarse vennootschappen. Enteco Baltic overhandigt de brandstoffen vervolgens aan de kopers in Litouwen, die dan verantwoordelijk zijn voor het verdere vervoer naar de lidstaat van bestemming. Naar aanleiding van een melding van de Poolse, Slowaakse en Hongaarse Belastingdiensten, voert de Litouwse Belastingdienst controles uit. De douane stelt vervolgens vast dat Enteco Baltic ofwel de brandstoffen niet heeft geleverd aan de btw-plichtigen die waren opgegeven in de aangiften van invoer, ofwel niet aantoont dat de brandstoffen zijn vervoerd en dat het recht om als eigenaar over de goederen te beschikken is overgedragen aan de personen die zijn vermeld in de btw-facturen. Volgens de douane heeft Enteco Baltic de invoer van brandstoffen vanuit Belarus zonder geldige gronden vrijgesteld van btw. De Litouwse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Mengozzi concludeert dat e-AD-documenten (elektronische administratieve documenten) en CMR-vrachtbrieven elementen zijn waarmee kan worden aangetoond dat op het tijdstip van invoer de ingevoerde goederen bestemd zijn om naar een andere lidstaat te worden verzonden of vervoerd. Verder merkt de A-G op dat ontvangstbewijzen van e-AD-documenten en e-ROR-verklaringen (een algemeen geaccepteerde elektronische bevestiging van ontvangst van accijnsgoederen die wordt opgesteld door de ontvanger) kunnen worden beschouwd als elementen waarmee kan worden aangetoond dat de ingevoerde goederen die bestemd waren voor een intracommunautaire levering het grondgebied van de lidstaat van invoer en van levering hebben verlaten, en zijn verzonden naar de lidstaat van bestemming.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 26 maart