Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van X wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.

Aan X is een voorlopige aanslag IB/PVV 2015 opgelegd naar een te betalen bedrag van € 2.190. Vervolgens legt de Belastingdienst ook een definitieve aanslag op waarbij rekening wordt gehouden met de voorlopige aanslag. X maakt tegen de definitieve aanslag bezwaar, maar dat bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard. De inspecteur merkt het bezwaar aan als verzoek om ambtshalve vermindering en wijst dat verzoek af. X komt in beroep. Lopende het beroep bericht de inspecteur X dat het te betalen bedrag van € 2.190 zal worden verminderd naar nihil. De inspecteur zegt toe het griffierecht te vergoeden en vraagt X het beroep in te trekken. X reageert niet op dit verzoek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van X wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk. Ter zitting heeft de inspecteur desgevraagd verklaard dat hij bereid is het griffierecht te vergoeden aan X. De rechtbank beslist dienovereenkomstig. X heeft geen belang meer bij het beroep.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 1:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen