Aan belanghebbende zijn btw-naheffingsaanslagen opgelegd voor in aftrek gebrachte voorbelasting ter zake van de verwerving van een onroerende zaak. Rechtbank 's-Gravenhage heeft onder andere beslist dat uit het arrest VNLTO van het Hof van Justitie EU volgt, dat voorbelasting ter zake van de verwerving van een zaak die voor de btw volledig tot het bedrijfsvermogen is gerekend, niet kan worden afgetrokken voor zover die zaak wordt gebezigd voor privédoeleinden.
In hoger beroep verklaart de inspecteur ter zitting alsnog met belanghebbende van mening te zijn, onder erkenning dat de rechtbank bij de uitlegging van het arrest VNTLO van het Hof van Justitie EU blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, dat de naheffingsaanslagen kunnen worden vernietigd. In verband daarmee spreken partijen af dat bij de jaarlijkse aangifte het zakelijke gebruik van de onroerende zaak in kwestie is vast te stellen op 20 percent. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15