A en B houden ieder 50% van de aandelen in X1 bv. X1 bv houdt 100% van de aandelen in X2 bv. B verricht haar secretariële werkzaamheden voor X1 bv en A verricht zijn belasting-advieswerkzaamheden voor X2 bv. De inspecteur heeft de lonen van A en B op grond van artikel 12a van de Wet LB 1964 voor de jaren 2004 tot en met 2006 gecorrigeerd. Gevolg zijn de naheffingsaanslagen en vergrijpboeten die aan X1 bv en X2 bv zijn opgelegd en waartegen zij in beroep komen. Rechtbank Noord-Holland overweegt dat het de inspecteur voor het jaar 2005 ontbreekt aan het vereiste nieuwe feit. De (verzorgde) aangiften van A en B over dat jaar zijn door de inspecteur beoordeeld waarbij geen voorbehoud is gemaakt. Het loon van B is volgens de rechtbank door de inspecteur niet te hoog vastgesteld omdat het lager is dan het gebruikelijk loon dat over de jaren 2004 en 2006 op grond van artikel 12a Wet LB 1964 in aanmerking moet worden genomen. X1 bv heeft niet aannemelijk gemaakt dat het loon van B voor die jaren moet worden vastgesteld op een lager loon dan € 16 800. De rechtbank overweegt vervolgens dat de inspecteur het loon van A voor het jaar 2004 met toepassing van de afroommethode en met inachtneming van een doelmatigheidsmarge van 30% terecht heeft vastgesteld op € 47 040. Het resultaat van X2 bv is immers (nagenoeg) uitsluitend behaald met de arbeid die A in die vennootschap heeft verricht. Voor het jaar 2006 overweegt de rechtbank dat op het bruto loon van A een inleg in de levensloopregeling van € 90 000 in aftrek mag worden gebracht. Dit resulteert in een fiscaal loon van € 10 224. De rechtbank overweegt vervolgens dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat een werknemer met een soortgelijke dienstbetrekking, maar niet zijnde een aanmerkelijkbelanghouder, een loon geniet van € 61 737 na aftrek van de inleg in de levensloopregeling. X2 bv heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat dit loon € 10 224 moet zijn. Het loon van A over het jaar 2006 moet daarom worden vastgesteld op het minimumbedrag van € 39 000. De beroepen zijn (gedeeltelijk) gegrond.
Lees ook het thema over Gebruikelijk loon en verzekeringsplicht DGA.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 19g
Wet op de loonbelasting 1964 12a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 28 maart