X verleent juridische diensten aan haar cliënten, met name gedupeerden van aandelenlease-transacties. De cliënten kunnen kiezen om het gewone uurtarief van X te betalen of kiezen voor een pakket . Bij het pakket wordt een vast bedrag in rekening gebracht en heeft X recht op een extra vergoeding als de procedure wordt gewonnen. X biedt daarbij een pakket aan met een laag vast bedrag en een pakket met een hoog vast bedrag. In geschil is of X over de extra vergoeding btw in rekening moet brengen. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de extra vergoeding behoort tot de vergoeding die X voor haar werkzaamheden ontvangt, zoals bedoeld in art. 8 lid 2 Wet OB 1968. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het hoger beroep van X niet-ontvankelijk. X heeft, ook na de door de griffier verstuurde herinnering, het griffierecht niet betaald.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:41
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 april