De Staatssecretaris van Financiën heeft een besluit over de fiscale beleggingsinstelling, als bedoeld in art. 28 Wet VPB 1969, gepubliceerd. Het is een herziene versie van het besluit van 15 september 2009, nr. CPP2009/813M, V-N 2009/48.13. 

Besluit Staatssecretaris van Financiën, 18 februari 2014 nr. BLKB 2014/15M, Stcrt. 2014, 5544

Het besluit is aangepast aan het vervallen van de zogenoemde verklaring van geen bezwaar van de Minister van Justitie. Verder is een goedkeuring toegevoegd die voorkomt dat bepaalde resultaten van vastgoedfondsen materieel beschouwd dubbel moeten worden uitgedeeld (in onderdeel  5.1.2).  De goedkeuring houdt in dat voor zover in van deelnemingen ontvangen dividenden middellijk of onmiddellijk vervreemdingswinsten zijn begrepen op onroerende zaken die niet zijn herbelegd, deze op een vóór het indienen van de aangifte over het desbetreffende jaar aan de bevoegde inspecteur gedaan schriftelijk verzoek worden behandeld als meegekocht dividend, als tevens aannemelijk is dat het saldo van de winstuitdelingen van de beleggingsinstelling in de voorafgaande negen jaren het saldo van de uitdelingsverplichtingen over die jaren overtreft.  Ook is de ontheffing van de uitdelingsverplichting bij overschrijding van het zogenoemde civielrechtelijke dividendmaximum aangepast aan de wijziging van artikel 216 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (onderdeel 6.1.2). Voorts is een (aanvullende) ontheffing verleend van de vereiste gelijke winstverdeling voor zover een ongelijke verdeling van winst het gevolg is van een door de beleggingsinstelling gemaakt onderscheid tussen aandelenklassen. Daarbij gaat het onder andere om verschillende zogenoemde distributievergoedingen (onderdeel 6.2 onder d). Het besluit treedt op 1 maart 2014 in werking en werkt terug tot en met 18 februari 2014.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 3 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen