Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de vragen beantwoord van de Kamerleden Leijten en Van Dijk (beiden SP) over het verminderde recht op toeslagen als effect van de afbouw van de algemene heffingskorting. Hieruit blijkt dat het kabinet nog geen oplossing heeft voor dit specifieke probleem.

Het gaat om de situatie waarbij een huishouden van een alleenverdiener met recht op toeslagen weliswaar hetzelfde netto-inkomen heeft als een paar in de bijstand, maar een lager besteedbaar inkomen omdat de alleenverdiener minder recht heeft op huur- en zorgtoeslag door een aanvulling vanuit de Participatiewet.

De Belastingdienst heeft onderzocht hoeveel huishoudens tussen 2017 en 2023 te maken krijgen of hebben gekregen met deze situatie en wat de impact voor hen is. Hieruit is gebleken dat het gaat om een groep van ongeveer 5000 alleenverdieners waarbij als gevolg van de afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting de netto-uitkering in 2023 lager uitkomt dan de bijstandsnorm voor paren.

Uit een inventarisatie van oplossingsrichtingen blijkt dat generieke maatregelen geen oplossing bieden om dit specifieke probleem op te lossen. Een passende oplossing is op dit moment niet voorhanden. Het kabinet wil de mogelijkheden verkennen die ervoor zorgen dat huishoudens met een inkomen op het sociaal minimum altijd het maximale toeslagenbedrag van de voor hen relevante toeslagen ontvangen. De Tweede Kamer wordt naar verwachting voor eind 2020 hierover geïnformeerd.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 20 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen