Rechtbank Limburg oordeelt dat het op kenteken zetten van een bedrijfsparkeervergunning een uitvoeringshandeling tot voldoening van parkeerbelasting kan zijn. Voor X geldt echter dat de redelijke tijd die een parkeerder voor het op kenteken zetten wordt gegund, wordt overschreden.

X beschikt over een bedrijfsparkeervergunning. Op 27 november 2018 parkeert hij zijn auto op een plaats waar met een bedrijfsparkeervergunning mag worden geparkeerd. Alleen staat de vergunning op een ander kenteken. X gaat daarom naar kantoor om het kenteken om te zetten. In de tussentijd wordt aan X een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X is het hier niet mee eens..

Rechtbank Limburg oordeelt dat het op kenteken zetten van een bedrijfsparkeervergunning een uitvoeringshandeling tot voldoening van parkeerbelasting kan zijn. Voor X geldt echter dat de redelijke tijd die een parkeerder voor het op kenteken zetten wordt gegund, wordt overschreden. Volgens de rechtbank had X namelijk ook al bij aanvang van het parkeren (met een mobiele telefoon) de bedrijfsparkeervergunning op het kenteken van de geparkeerde auto kunnen zetten. Dat X er voor kiest om de inloggegevens alleen op kantoor te bewaren en geen gebruik maakt van de inlogmogelijkheden via een mobiele telefoon blijft voor zijn rekening. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 234

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Limburg

Editie: 4 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen