Hof Amsterdam oordeelt dat X bv recht heeft op teruggaaf van de btw. Nu A bv geen beroep op de verjaringstermijn heeft gedaan, is de rechtsvordering niet verjaard.

Belanghebbende, X bv, stuurt eind 2005 twee nota's naar A bv in verband met de overname van installaties en de huur van een horecapand. A bv blijft in gebreke met de betaling. Nadat in 2013 duidelijk is geworden dat A bv de nota's niet kan betalen, verzoekt X bv om terugbetaling van de btw. De inspecteur weigert de teruggaaf te verlenen. Rechtbank Noord-Holland oordeelt (ambtshalve) dat X bv geen recht op teruggaaf van de btw heeft, omdat de vordering, door verloop van de vijfjaarstermijn, is verjaard.
Hof Amsterdam oordeelt dat X bv recht heeft op teruggaaf van de btw. Volgens het hof mag de rechter namelijk niet ambtshalve het middel van verjaring toepassen. Zolang de schuldenaar geen beroep op de verjaringstermijn doet, verjaart de rechtsvordering niet. Nu A bv nimmer een beroep op de verjaringstermijn heeft gedaan, is het gelijk aan X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 18 oktober

68

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen