Rechtbank Gelderland beslist dat X de gemaakte onderhoudskosten voor zijn monumentale tuin grotendeels kan aftrekken als uitgaven voor monumentenpanden. Uitzondering is een jaarlijks bedrag van € 400 dat als huurderslasten wordt aangemerkt.

Belanghebbende, X, is eigenaar en bewoner van een landgoed waarop zich verschillende monumenten en een park bevinden. Dit park is een zelfstandig rijksmonument en is ongeveer 12 hectare groot. Door familie, vrienden en vrijwilligers worden (onderhouds)werkzaamheden in en aan het park verricht. Deze werkzaamheden bedragen ongeveer 350 à 400 uren per jaar en de personen die deze werkzaamheden verrichten ontvangen hiervoor geen vergoeding. X heeft in zijn aangiften ib/pvv voor de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012 onderhoudskosten voor het park als onderdeel van de persoonsgebonden aftrek in aanmerking genomen. Dit wordt door de inspecteur niet geaccepteerd. X gaat in beroep. In geschil is in hoeverre de gemaakte onderhoudskosten voor het park kwalificeren als uitgaven voor monumentenpanden. Hierbij speelt met name de vraag welk deel van de onderhoudskosten bestempeld moet worden als zogenoemde (niet-aftrekbare) huurderslasten.

Volgens Rechtbank Gelderland geldt het door Hof Amsterdam 4 juli 2003, V-N 2004/16.18, toegepaste criterium aangaande huurderslasten bij een monumentale tuin nog steeds onder de Wet IB 2001. Huurderslasten zijn nu te beschouwen als een onderdeel van het redelijkheidscriterium zoals is opgenomen in artikel 6.31, vierde lid Wet IB 2001. De inspecteur, die over de facturen beschikt, is in dit geval, volgens de rechtbank, de meest gerede partij om bewijs te leveren van zijn stelling dat in de door X opgevoerde onderhoudskosten huurderslasten zijn begrepen. De inspecteur laat dit na, omdat hij ten onrechte meent dat er altijd een drempelbedrag moet worden afgetrokken van het totaalbedrag aan onderhoudskosten. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de opgevoerde onderhoudskosten voor meer dan € 400 per jaar (standpunt X) uit huurderslasten bestaan. De beroepen van X worden gegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 8 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen