Belanghebbende, X, heeft gedurende 2,5 jaar een taxibedrijf en daarnaast gedurende ruim een jaar een garagebedrijf geëxploiteerd. Bij een boekenonderzoek stelt de inspecteur vast dat X zijn WAO/AWW uitkering niet in de aangifte IB heeft opgenomen. Verder stelt de inspecteur vast dat de (kas)administratie onvolledig is en dat er zowel bij het taxi- als bij het garagebedrijf negatieve kassaldi zijn. De tekortkomingen zijn zodanig ernstig dat X volgens de inspecteur niet voldoet aan zijn administratieve verplichtingen, met omkering van de bewijslast tot gevolg. De verzwegen omzet berekent de inspecteur op grond van de niet verklaarde negatieve kassaldi verhoogd met een geschat gemiddeld kassaldo dat in een onderneming aanwezig zal zijn. De naheffingsaanslagen omzetbelasting verhoogt de inspecteur met een vergrijpboete van 50%. De rechtbank laat de aanslagen plus boeten in stand.
Hof Amsterdam volgt de inspecteur in zijn opvatting dat X niet heeft voldaan aan zijn administratieplicht en dat de bewijslast kan worden omgekeerd. Het hof oordeelt dat X er niet in is geslaagd te bewijzen dat de omzetcorrecties onjuist zijn. De schatting van de omzet door de inspecteur is redelijk. Over de verzuimboete oordeelt het hof dat X een niet onaanzienlijk bedrag van de behaalde omzet niet heeft aangegeven en de daarover verschuldigde btw niet heeft voldaan. X heeft willens en wetens te weinig btw niet aangegeven en niet betaald. Het hof volgt de inspecteur in de vermindering van de boeten tot 40% van de nageheven btw vanwege de omkering van de bewijslast. Gelet op de relatief voorzichtige manier waarop de hoogte van de verzwegen omzet door de inspecteur is vastgesteld, zijn de boeten van 40% niet dusdanig hoog dat zij niet meer passend en geboden zijn, aldus het hof.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hof Amsterdam