Naast zijn dienstbetrekking verricht X vrijwilligerswerk. Hij ontvangt hiervoor totaal € 4670 aan vergoedingen, waaronder een reiskostenvergoeding van € 1719 (6140 km x € 0,28). De inspecteur belast het saldo (€ 2951) als ROW. Hij staat daarbij dus aftrek toe van de ontvangen reiskostenvergoeding. X stelt echter dat de reiskosten € 3861 (6140 km x € 0,629) hebben bedragen, en dat hij dat bedrag in aftrek mag brengen.
Hof Amsterdam oordeelt dat X recht heeft op een aftrek van € 1167 (6140 km x € 0,19) aan reiskosten. Het hof merkt daarbij op dat de aftrekbeperking van art. 3.17 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001 wel van toepassing is. Ook wijst het hof het beroep van X op een brief van de staatssecretaris af. Volgens het hof is uit deze brief niet af te leiden dat X recht heeft op een hogere aftrek. X's beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.94
Wet inkomstenbelasting 2001 3.17