X ontvangt in 2017 een AOW-uitkering van de SVB waarop € 797 aan bijdrage Zorgverzekeringswet is ingehouden. In zijn aangifte IB/PVV 2017 voert X deze ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet op als ingehouden loonheffing. De inspecteur weigert deze verrekening. X komt in beroep. In geschil is of de ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet als voorheffing verrekend moet worden met de aanslag IB/PVV of in mindering komt op het inkomen uit werk en woning.
Rechtbank Noord-Nederland beslist dat uit art. 15 AWR en art. 9.2, lid 1 Wet IB 2001 volgt dat de bijdrage Zorgverzekeringswet geen voorheffing is die met de aanslag IB/PVV verrekend kan worden. Ook biedt de Wet inkomstenbelasting 2001 geen mogelijkheid om de bijdrage in mindering te brengen op het belastbaar inkomen uit werk en woning. De rechtbank verwerpt de stelling van X dat heffing van IB/PVV over de door de SVB ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet onredelijk is. De innerlijke waarde of billijkheid van de wet mag niet door de rechtbank beoordeeld worden. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.1
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 8 maart