Op naam van belanghebbende, X, is door A beroep bij de rechtbank ingesteld betreffende de aan X opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting. De rechtbank oordeelt dat de bij het beroepschrift gevoegde volmacht niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het betreft een foto van een volmacht. De rechtbank verzoekt A om een nieuwe machtiging over te leggen. Deze moet voorzien zijn van een originele handtekening (geen scan en geen kopie) van X. Aan dit verzoek wordt niet voldaan. Het beroep van X wordt vervolgens niet-ontvankelijk verklaard. In verzet stelt X zich op het standpunt dat de rechtbank ten onrechte een nieuwe machtiging heeft verlangd met een originele handtekening. Bij het beroepschrift was reeds een machtiging gevoegd waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van A blijkt. De rechtbank verklaart het verzet ongegrond. X komt in cassatie.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond. Art. 8:24 Awb noch enige andere rechtsregel eist dat een overgelegde schriftelijke machtiging dient te zijn voorzien van een originele, met pen geplaatste, handtekening. Het feit dat de aan de rechtbank verstrekte ondertekende machtiging een foto is van een origineel is op zichzelf geen reden om aan de geldigheid daarvan te twijfelen. De rechtbank heeft geen andere gronden vermeld op grond waarvan aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van A zou moeten worden getwijfeld. Het verzet tegen de uitspraak van de rechtbank wordt gegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:24