De inspecteur legt belanghebbende, X, met dagtekening 26 november 2011 navorderingsaanslagen ib/pvv over de jaren 2006 en 2007 op. Dit vanwege de verwerving door X van aandelen/restricted stocks van zijn werkgever B. De competente inspecteur van B (hierna: de LB-inspecteur) heeft de competente inspecteur van X over de verwerving van de aandelen op 5 september 2008 op de hoogte gebracht. De inspecteur van X heeft hem op 16 september 2008 en op 7 januari 2009 per brief gemeld dat de te ontvangen aanslagen ib/pvv 2006 resp. 2007 onjuist zijn vastgesteld maar dat het verzenden van de aanslagen niet meer tegen te houden is. X komt in beroep. Rechtbank Gelderland overweegt dat als een LB-inspecteur beschikt over gegevens die rechtstreeks van belang zijn voor een op te leggen aanslag ib/pvv en de competente inspecteur is onbekend met deze gegevens, dit een ambtelijke verzuim oplevert voor de competente inspecteur. Vaststaat dat de LB-inspecteur al op 10 juli 2008 volledig op de hoogte was van de uitgifte van aandelen door B aan X en dat deze informatie rechtstreeks en onmiskenbaar van belang was voor de op te leggen aanslagen ib/pvv over de jaren 2006 en 2007. Vervolgens heeft de LB-inspecteur pas op 5 september 2008, bijna twee maanden nadat hij bekend werd met deze informatie, de competente inspecteur van X hiervan op de hoogte gesteld. Dit levert volgens de rechtbank een ambtelijk verzuim op dat aan het opleggen van de navorderingsaanslagen in de weg staat. De beroepen zijn gegrond. De navorderingsaanslagen worden vernietigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16