Hof Amsterdam oordeelt allereerst dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan het aanbod van de inspecteur om te bewijzen dat de kans groot was dat ten tijde van het overlijden van erflater er twee woningen op de percelen gebouwd mochten worden. Dat deze kans 80% is, acht het hof echter niet aannemelijk.

Op 12 mei 2008 komt erflater te overlijden. Tot zijn nalatenschap behoort een onroerende zaak bestaande uit twee aan elkaar grenzende percelen grond met enkele opstallen. Belanghebbenden, de enige erfgenamen, geven de grond in de aangifte successierecht aan voor een bedrag van € 425.000. De inspecteur corrigeert de waarde naar € 560.000.

Hof Amsterdam oordeelt allereerst dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan het aanbod van de inspecteur om te bewijzen dat de kans groot was dat ten tijde van het overlijden van erflater er twee woningen op de percelen gebouwd mochten worden. Vervolgens acht het hof de inspecteur er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat deze kans 80% is. Het hof sluit zich aan bij de door de rechtbank in goede justitie bepaalde waarde van € 431.000. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de kans dat er twee woningen gebouwd mogen worden weliswaar geen 80% is, maar wel aanzienlijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 21-1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 21 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen