Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt onder verwijzing naar Hoge Raad 25 juli 2000, nr. 35.251, BNB 2001/3 dat de foutenleer ook van toepassing is op afschrijvingsfouten.

X bv realiseert in 1999 tot en met 2001 een nieuw bedrijfspand. In 2010 blijkt na een boekenonderzoek dat X bv het pand in 20 jaar afschrijft zonder rekening te houden met enige restwaarde. In geschil is of de inspecteur bij de VPB-aanslag over 2007 de foutenleer heeft toegepast. De inspecteur herstelt aldus de te hoge afschrijvingen in 2001 tot en met 2006. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt onder verwijzing naar Hoge Raad 25 juli 2000, nr. 35.251, BNB 2001/3 dat de foutenleer ook van toepassing is op afschrijvingsfouten. De afschrijvingsfout is in casu ontstaan doordat X bv is uitgegaan van een onjuiste levensduur en restwaarde binnen een juist afschrijvingssysteem. Aangezien een deel van de correctie reeds door middel van navordering is hersteld en door de rechtbank is bevestigd (zie 11/4783),  is het beroep van X bv in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 juni

68

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen