Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank terecht een schadevergoeding van € 500 heeft toegekend vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De wisseling van de gemachtigde bij X heeft slechts voor een gering deel bijgedragen aan de termijnoverschrijding.
X is het niet eens met de WOZ-waarde van zijn bedrijfspand. Rechtbank Overijssel verklaart zijn beroep ongegrond, maar kent wel een schadevergoeding toe van € 500. Met die schadevergoeding is de heffingsambtenaar het niet eens.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank terecht een schadevergoeding van € 500 heeft toegekend vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Een deel van de vertraging in de bezwaarfase is toe te rekenen aan het feit dat op verzoek van de nieuwe gemachtigde van X een tweede hoorzitting heeft plaatsgevonden. Het hof merkt echter op dat de heffingsambtenaar na de eerste hoorzitting gewoon uitspraak had kunnen doen. Pas 2,5 maanden na de eerste hoorzitting heeft de tweede gemachtigde zich immers gemeld. Toen is binnen vijf weken opnieuw gehoord, maar heeft de uitspraak op bezwaar nog ruim vier maanden op zich laten wachten. De wisseling van de gemachtigde heeft dus voor een vertraging van ongeveer vijf weken gezorgd en zonder deze periode blijft er een aan de heffingsambtenaar toe te rekenen overschrijding van zes maanden. Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar ongegrond en kent X een proceskostenvergoeding toe voor het hoger beroep, rekening houdend met samenhang met de zaak 19/01190. Het hoger beroep van X, gericht tegen de WOZ-waarde, is ook ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 16 februari
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief