Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar X bv terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar bezwaar. Het hof stelt namelijk vast dat de bezwaartermijn tot en met 27 juni 2017 liep, terwijl het poststempel op het poststuk met het bezwaarschrift van 28 juni 2017 is.

X bv maakt op 28 juni 2017 bezwaar tegen de aan haar in rekening gebrachte aanmanings- en dwangbevelkosten voor een aanslag waterschapsbelasting. De heffingsambtenaar van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht verklaart X bv niet-ontvankelijk in haar bezwaar wegens termijnoverschrijding.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar X bv terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het hof stelt namelijk vast dat de bezwaartermijn tot en met 27 juni 2017 liep. Nu het poststempel op het poststuk met het bezwaarschrift van 28 juni 2017 is, is het bezwaar te laat ingediend. Het hof hecht daarbij geen waarde aan de verklaring van de gemachtigde van X bv dat hij het bezwaarschrift persoonlijk op 27 juni 2017 om 22.30 uur op de bus heeft gedaan. Nu X bv alleen maar de blote verklaring van haar gemachtigde heeft aangevoerd, moet er volgens het hof van worden uitgegaan dat de terpostbezorging heeft plaatsgevonden op de dag waarop het poststuk door het postvervoerbedrijf is afgestempeld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 5:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 22 juli

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen