Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X met zijn paarden geen economische activiteiten verricht. De terbeschikkingstelling van een paard aan een paardenwedstrijd is namelijk slechts een dienst onder bezwarende titel als onafhankelijk van de rangschikking van het paard een vergoeding wordt ontvangen.

X fokt, traint en racet met drafpaarden. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X geen btw-ondernemer is. De inspecteur verleent vervolgens een btw-teruggaaf van € 631. X is van mening dat hij wel btw-ondernemer is en recht heeft op een btw-teruggaaf van € 8506. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen btw-ondernemer is. De rechtbank wijst daarbij op het Baštová-arrest van het Hof van Justitie EU, 10 november 2016, nr. C-432/15 (V-N 2016/67.17). Op grond van dit arrest kan het door X ontvangen prijzengeld namelijk niet worden aangemerkt als een belaste btw-prestatie. Het door X ontvangen prijzengeld was namelijk afhankelijk van de klassering van het paard. De inspecteur heeft terecht slechts een teruggaaf van € 631 verleend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X met zijn paarden geen economische activiteiten verricht. Onder verwijzing naar het Baštová-arrest van het Hof van Justitie EU merkt het hof op dat de terbeschikkingstelling van een paard, met het oog op deelname van dat paard aan een paardenwedstrijd, geen dienst onder bezwarende titel is. Dit is namelijk alleen het geval als X reeds een vergoeding zou ontvangen van de organisator van de wedstrijd, onafhankelijk van de rangschikking van het paard bij aankomst in de wedstrijd. Nu er in het onderhavige tijdvak ook geen sprake is van het fokken en trainen van paarden, is X geen btw-ondernemer.

Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 september

35

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen