Naar aanleiding van Kamervragen van de leden Omtzigt en Leijten heeft staatssecretaris Van Rij gereageerd op de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 25 januari 2022, nr. 20/00839, V-N 2022/10.17, in een FSV-zaak. In zijn reactie schrijft Van Rij dat de uitspraak bij hem ook vragen oproept, maar dat er door het Ministerie van Financiën geen cassatieberoep wordt ingesteld.

In de uitspraak heeft het hof de naheffingsaanslagen LB vernietigd en een proceskostenvergoeding toegekend van € 25.000, omdat sprake is geweest van cumulatie van de FSV-lijst en de toeslagenaffaire. Naar aanleiding van de uitspraak heeft de staatssecretaris de Belastingdienst gevraagd om de werkwijze bij zaken waarin de FSV (mogelijk) een rol speelt in kaart te brengen om te bekijken of deze werkwijze kan worden verbeterd.

Op grond van de fiscale geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR kan de staatssecretaris niet ingaan op een individuele zaak. Wel bevestigt hij dat de Landsadvocaat niet betrokken is geweest bij deze kwestie.

De gevolgen van FSV-registraties wordt op dit moment onderzocht door PwC. PwC doet daarnaast nog onderzoek naar de gebruikte ‘query’s aan de poort’. Naar verwachting verschijnen beide rapporten in maart 2022. Pas daarna ontstaat een completer beeld. Van Rij gaat alle bevindingen gebruiken bij de verdere uitwerking van een tegemoetkomingsregeling voor onterechte nadelige gevolgen van de FSV.

Lees ook het thema Onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 28 februari

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen