Rechtbank Noord-Holland verwerpt verreweg de meeste grieven van X tegen de aanslagen rioolheffing van de gemeente Oostzaan.

Aan belanghebbende, X, zijn aanslagen rioolheffing opgelegd over de jaren 2013 t/m 2015. X stelt dat de opbrengstnorm is geschonden.

Rechtbank Noord-Holland verwerpt verreweg de meeste grieven van X tegen de aanslagen rioolheffing van de gemeente Oostzaan. Wat betreft het beroep van X op schending van de opbrengstnorm oordeelt de rechtbank dat alleen voor 2013 sprake is van een overdekking van 8,7%. De rechtbank vermindert de aanslag met dit percentage. Voor de andere jaren is de opbrengstnorm niet geschonden. De rechtbank verwerpt onder verwijzing naar HR 8 december 2017, V-N 2017/61.27 de stelling van X over de strijdigheid van de rioolheffing met de Kaderrichtlijn Water. De rechtbank verwerpt ook het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel. Anders dan X stelt, moet bij het vaststellen van het aantal in de heffing te betrekken objecten niet worden uitgegaan van het aantal WOZ-objecten maar van het aantal ‘percelen’ of zelfstandige gedeelten daarvan. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond voor belastingjaar 2013 en voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 26 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen