Rechtbank Rotterdam verlaagt de WOZ-waarde van het logeerhuis voor kinderen voor belastingjaar 2016. Dit omdat de heffingsambtenaar met een verouderde restwaarde heeft gerekend. De WOZ-waarden van 2017 en 2018 acht de rechtbank niet te hoog.

X is eigenaar van een logeerhuis voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. In geschil zijn de WOZ-waarden 2016 t/m 2018. De waarde is bepaald op de gecorrigeerde vervangingswaarde, dit is de grondwaarde opgeteld bij de vervangingswaarde van de opstallen gecorrigeerd voor technische en functionele veroudering.

Rechtbank Rotterdam verlaagt de WOZ-waarde van het logeerhuis voor kinderen voor belastingjaar 2016. De WOZ-waarden van 2017 en 2018 acht de rechtbank niet te hoog. In de taxatiewijzer voor de jaren vanaf 2017 is de restwaarde van installaties in de zorg op basis van jurisprudentie naar beneden bijgesteld. De rechtbank vindt het logisch om deze verlaagde restwaarde ook al in 2016 toe te passen en oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte aan de verouderde (hoge) restwaarde heeft vastgehouden. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde 2016 van € 1.182.000 naar € 1.073.000. De waarden 2017 en 2018 (€ 1.072.000 respectievelijk € 1.071.000) blijven in stand. De rechtbank oordeelt daarbij dat de heffingsambtenaar de levensduur terecht heeft verlengd, nu het pand prima functioneert en spoedige beëindiging niet aan de orde is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 7 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen