Rechtbank Rotterdam volgt het standpunt van partijen dat de gemeente geen precariobelasting kan heffen voor kabels en leidingen in de percelen van X bv waarop een recht van opstal rust. De rechtbank volgt ook het standpunt van de heffingsambtenaar dat dit voor ongeveer de helft van de strekkende meters geldt.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar en beheerder van het elektriciteits- en gasnetwerk van een bedrijvenpark. X bv heeft de eigendom van de netwerken verkregen door een recht van opstal op de netwerken te verwerven; de grond waarin de netwerken zijn gelegen is door de voormalige eigenaar overgedragen aan de gemeente Alblasserdam. Op zitting verklaart de heffingsambtenaar dat vanwege het recht van opstal er een privaatrechtelijke gedoogplicht voor de gemeente is waaruit volgt dat geen precariobelasting geheven kan worden. Dit geldt volgens de heffingsambtenaar voor grofweg de helft van het bedrijvenpark.

Rechtbank Rotterdam volgt het standpunt van partijen dat de gemeente geen precariobelasting kan heffen voor kabels en leidingen in de percelen van X bv waarop een recht van opstal rust. De rechtbank volgt ook de berekening van de heffingsambtenaar dat de helft van het oorspronkelijk aantal strekkende meters kabels, huizen en leidingen ligt in percelen waarop een recht van opstal rust en de andere helft niet. Voor de percelen waarop geen opstalrecht is gevestigd geldt geen gedoogplicht en mag de gemeente wel precariobelasting heffen. De rechtbank vermindert de aanslag. Dat de aanslag na twee jaar na afloop van het belastingjaar is opgelegd waardoor X bv niet meer in staat is de belasting door te berekenen aan haar klanten kan niet leiden tot vernietiging van de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 28 juni

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen