Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op zelfstandigenaftrek. Volgens het hof heeft de tijd die X aan het woon-werkverkeer besteedt namelijk betrekking op zijn dienstverband waardoor X niet aan het urencriterium voldoet.

X is in loondienst werkzaam als hoofd ICT en drijft als dj een onderneming. In het kader van zijn dienstbetrekking besteedt X 1316 uren aan zijn werkzaamheden, en bedraagt de reistijd 170 uren. Aan zijn activiteiten als dj besteedt X 1335 uren, inclusief reistijd. X is van mening dat hij recht heeft op de zelfstandigenaftrek. In geschil is of de reistijd van 170 uren behoort tot de uren die worden besteed aan de werkzaamheden in loondienst. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X recht heeft op zelfstandigenaftrek. Volgens de rechtbank maken de uren geen onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst. Deze uren kwalificeren volgens de werkgever namelijk niet als werktijd en X krijgt voor deze uren ook niet betaald.

Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op zelfstandigenaftrek. Volgens het hof heeft de tijd die X aan het woon-werkverkeer besteedt namelijk betrekking op het dienstverband. Het hof overweegt daarbij dat het oogmerk waarmee het woon-werkverkeer plaatsvindt, het verrichten van de werkzaamheden in dienstbetrekking is. De 170 uren aan reistijd die hiermee zijn gemoeid, tellen volgens het hof dan mee bij de toetsing aan het grotendeelscriterium. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6 + 3.76

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 31 juli

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen