Belanghebbende, X bv, is in 2008 als inlener aansprakelijk gesteld voor de door de heer A, handelend onder de naam Uitzendbureau B, onbetaald gelaten loon- en omzetbelasting over 2002 en 2003. In deze jaren hebben werknemers van B werkzaamheden verricht bij X bv. De aansprakelijkstelling heeft betrekking op de aan X bv toe te rekenen omzet. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de naheffing voor zover betrekking hebbend op een btw-teruggaaf van B uit 2002 op geen enkele wijze is onderbouwd. X bv kan namelijk alleen aansprakelijk worden gesteld voor de aan haar toe te rekenen omzet. De aansprakelijkstelling is voor het overige wel terecht. Hof Den Haag verbindt geen gevolgen aan het niet meer kunnen traceren van het papieren invorderingsdossier, aangezien geloof wordt gehecht aan de verklaring van de ontvanger dat alle papieren stukken gedigitaliseerd zijn en dat X bv dit elektronisch dossier heeft ingezien. X bv gaat in cassatie. Haar gemachtigde verzendt het beroepschrift wel tijdig, doch er is een onjuist postbusnummer vermeld. PostNL retourneert het stuk, waarna het beroepschrift pas op 20 februari 2014 - en nu ook per fax - nogmaals aangetekend wordt verstuurd. Dit poststuk is op 21 februari 2014 door de griffie ontvangen. De Hoge Raad oordeelt dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend en dat er geen grond is voor het oordeel dat X bv niet in verzuim is geweest. In de uitspraak van het hof is namelijk het correcte postbusadres vermeld. Een afschrift van die uitspraak is op 8 januari 2014 per aangetekende post aan partijen verzonden. De indiener van een beroepschrift dient zorg te dragen voor een correcte adressering. Voorts geldt dat indien als gevolg van een onjuiste adressering het poststuk de geadresseerde niet bereikt maar aan het verzendadres wordt geretourneerd, aan de verzending een einde is gekomen. Het beroep van X bv is niet-ontvankelijk.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Kennisgroepstandpunt: Liechtensteinse AG is vergelijkbaar met Nederlandse NV of BV
De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen stelt dat een naar het recht van Liechtenstein opgerichte Aktiengesellschaft (AG) naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een Nederlandse NV of BV.
Maatregelen uit ATAD1 en ATAD2 tegen belastingontwijking blijken effectief
De conditionele bronbelasting, de earningsstrippingmaatregel en de aanpak van CV/BV-structuren door ATAD2 gaan belastingontwijking effectief tegen. Dit staat in de jaarlijks terugkerende Kamerbrief over de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking.
DNB-analyse: doorstroom naar belastingparadijzen structureel gedaald
Nederland speelt de laatste jaren een kleinere rol bij internationale belastingontwijking, komt naar voren uit een analyse van De Nederlandsche Bank (DNB). De stroom geld die ons land binnenkomt en direct weer verlaat op weg naar belastingparadijzen is sinds 2020 een stuk kleiner dan in de voorgaande jaren, signaleert de centrale bank.
Gevolgen van de ingrijpende wijzigingen in het fiscale stelsel voor vastgoedfondsen
Het Pakket Belastingplan 2024 bevat drie wetten die het fiscale stelsel voor Nederlandse vastgoedfondsen ingrijpend veranderen. Wat zijn de gevolgen van deze wetswijzigingen? Fiscalist en vastgoedspecialist Jeroen Elink Schuurman van PwC beschrijft ze in het Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht.
Rechttrekken dubbel belaste belegging in EU versimpeld
Het wordt eenvoudiger voor investeerders in andere EU-landen om dubbel betaalde belasting terug te krijgen. De "heel belangrijke" nieuwe regels helpen niet alleen beleggers, maar ook de Europese economie, denkt demissionair staatssecretaris Marnix van Rij.
FASTER en ViDA op agenda Ecofinraad mei 2024
Op 14 mei 2024 spreekt de Ecofinraad over het richtlijnvoorstel snellere en veiligere vermindering te veel ingehouden bronbelasting ('FASTER') met als doel een politiek akkoord te bereiken. Formele aanname door de Raad volgt in een later stadium. Nederland is voornemens om het voorliggende akkoord te steunen. Er is een goede balans bereikt tussen het bestendiger maken van de procedures tegen misbruik, een breder toepassingsbereik voor beleggingsfondsen en een betere uitvoerbaarheid voor belastingdiensten.
Antwoord op Kamervragen over monitoring belastingontwijking
Nederland is door de invoering van de bronbelasting minder aantrekkelijk geworden als doorstroomland naar laagbelastende jurisdicties. De inkomensstromen naar laagbelastende jurisdicties zijn aanzienlijk afgenomen, van € 38,5 miljard in 2019 naar € 6,5 miljard in 2022. Dit staat onder meer in de antwoorden van staatssecretaris Van Rij van Financiën op 66 Kamervragen naar aanleiding van de op 11 oktober 2023 verschenen monitoringsbrief belastingontwijking.
Uitvoeringsvoorschriften conditionele bronbelasting op dividenden vastgesteld
De Staatssecretaris van Financiën heeft de universele Nederlandse uitvoeringsvoorschriften voor de conditionele bronbelasting op dividenden vastgesteld.
Wereldwijde belastingontwijking door schuiven met royalty's voor IE-rechten
Onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) hebben vastgesteld dat 18 procent van alle betalingen door multinationals voor het gebruik van intellectueel eigendom (IE), zoals patenten en logo’s, belastinggedreven zijn. Overheden missen hierdoor belastinginkomsten ter grootte van tussen de 6,5 en 16 miljard dollar.