Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat Stichting X aannemelijk maakt dat de pinbetalingen en hotelkosten niet, althans voor minder dan 10%, zijn gericht op de particuliere belangen van op enige wijze bij deze activiteiten betrokken personen.

Stichting X is in 2013 opgericht en stelt zich ten doel het ontwikkelen van een transatlantisch netwerk van Europese en Noord-Amerikaanse christenen en conservatieven om daarmee traditionele deugden, zoals begrepen binnen de joods-christelijke traditie, te bevorderen. In geschil is of X een algemeen nut beogende instelling (ANBI) is. Rechtbank Den Haag oordeelt dat uit de statuten en het rechtstreekse doel van haar feitelijke werkzaamheden volgt dat X een algemeen belang nastreeft, zijnde de bevordering van de democratische rechtsorde. X voldoet dus aan het kwalitatieve criterium. Over de voorwaarde dat de feitelijke werkzaamheden minimaal 90% het algemeen belang moeten dienen, wordt overwogen dat van pinbetalingen van in totaal € 4.600 en van hotelkosten van in totaal € 5.073 niet kan worden vastgesteld voor welk doel zij zijn gemaakt. Aangezien dus niet is uitgesloten dat dit particuliere belangen betreft, is niet aannemelijk dat X met haar feitelijke activiteiten voor 90% of meer het algemeen belang dient. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat X aannemelijk maakt dat de pinbetalingen en hotelkosten niet, althans voor minder dan 10%, zijn gericht op de particuliere belangen van op enige wijze bij deze activiteiten betrokken personen. Voor zover de reis- en verblijfkosten van bestuurders van X ten laste van haar zijn gekomen, is aannemelijk dat deze kosten zijn gemaakt ten behoeve van haar feitelijke werkzaamheden. De omstandigheid dat de in de beleidsplannen van X vermelde (voorgenomen) werkzaamheden afwijken van die van Amnesty International, de Edmund Burkestichting en het Nederlands Instituut voor meerpartijendemocratie – instellingen waaraan ook de ANBI-status is verleend – brengt niet mee dat de feitelijke werkzaamheden van X niet (nagenoeg) uitsluitend zijn gericht op de realisering van haar doelstellingen. X voldoet dus ook aan het kwantitatieve criterium. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 1 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen