Belanghebbende, X, is dga van H bv. X is in dienstbetrekking werkzaam bij G bv, een 100% dochter van H bv. X heeft G bv niet aangemeld als inhoudingsplichtige voor de loonheffing en ook geen eerstedagsmelding gedaan. In het kader van de aangiften loonheffing juni 2006 - december 2006 worden begin 2007 gegevens ingevoerd in het zogeheten DAS-systeem. Deze gegevens worden echter niet verwerkt door de inspecteur, omdat G bv niet is aangemeld voor de loonheffing. Ook nodigt de inspecteur G bv niet uit om aangiften te doen. De verschuldigde loonheffing wordt niet afgedragen. In zijn IB-aangifte verrekent X ingehouden loonheffing. De inspecteur staat de verrekening echter niet toe.
Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de loonheffing in de administratie van G bv is afgezonderd. Het hof overweegt daarbij dat X, als directeur/enig bestuurder, wist dat de loonheffing niet door overschrijving naar de rekening van de Belastingdienst was afgedragen. Verder wijst het hof er op dat G bv geen aangiften loonheffing heeft gedaan. Ook verwerpt het hof het standpunt van X dat hij in redelijkheid mocht menen dat het invoeren van de loongegevens in het DAS-systeem kan worden aangemerkt als het op regelmatige wijze doen van de aangifte loonheffing van de bv. Volgens het hof staat vast dat G bv, als inhoudingsplichtige, uit eigen beweging aangifte moet doen en gelijktijdig de loonheffing daadwerkelijk moet betalen. Nu dit niet is gebeurd, kan X de loonheffing niet verrekenen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 juni