De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt niet dat Nederland een belastingparadijs is. Hij ziet het als zijn taak als staatssecretaris belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan. Dat schrijft hij in antwoord op Kamervragen.

Nederland belast de winsten die bedrijven in Nederland realiseren tegen een toptarief van 25,8% in de vennootschapsbelasting. Ook voldoet Nederland aan de internationale standaarden voor transparantie en uitwisseling van informatie. Nederland is daarom geen belastingparadijs. Dat heeft de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, geantwoord op Kamervragen.

Het kabinet vindt het onwenselijk dat het Nederlands fiscaal stelsel vanwege de internationale oriëntatie ook gebruikt wordt voor structuren waarmee belasting wordt ontweken. Nederland heeft daarom de afgelopen jaren meerdere maatregelen genomen tegen belastingontwijking. Het kabinet verwacht dat de maatregelen belastingontwijking in belangrijke mate terugdringt.

Naast unilaterale maatregelen werkt Nederland actief samen met andere landen om tot een herziening van het internationale belastingsysteem te komen. Het kabinet verwacht dat de Nederlandse aanpak onze internationale reputatie verbetert. Volgens het IMF en de OESO is Nederland op de goede weg.

Bedrijven kunnen in Nederland een vestiging hebben voor het uitoefenen van reële economische activiteiten. Ook kunnen bedrijven zich in Nederland om niet-fiscale redenen vestigen zonder dat hier noodzakelijkerwijs productie- of andere fysieke activiteiten plaatsvinden. In het rapport van de Commissie Doorstroomvennootschappen wordt bijvoorbeeld gewezen op de goede juridische infrastructuur, de mogelijkheden om de rechtsvorm van een onderneming flexibel in te vullen en de door Nederland gesloten investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s) die ervoor zorgen dat investeerders in Nederland en in het buitenland minder risico lopen.

Het vorige kabinet heeft veel maatregelen genomen die ongewenste doorstroom in Nederland tegengaan. Zo heeft het vorige kabinet onder meer een conditionele bronbelasting op renten en royalty’s ingevoerd. Deze bronbelasting zorgt ervoor dat Nederland sinds begin 2021 25% bronbelasting heft op renten en royalty’s vanuit Nederland naar laagbelastende jurisdicties (en in misbruiksituaties). Vanaf 2022 is dit conform de verhoging in de vennootschapsbelasting 25,8%. Bovendien heeft de Tweede Kamer op 30 september 2021 het wetsvoorstel Wet invoering conditionele bronbelasting op dividenden aangenomen. Door deze wet worden vanaf 2024 ook dividendstromen belast die onder de bestaande wetgeving binnen concernverband onbelast kunnen worden uitgekeerd aan lichamen die zijn gevestigd in laagbelastende jurisdicties. Daarnaast voorkomt de invoering van de Principal Purpose Test (PPT) dat van het uitgebreide Nederlandse verdragennetwerk oneigenlijk gebruik kan worden gemaakt.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 februari

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen