Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd met informatie op basis van Country-by-Country Reporting van de OESO. De bewindsman geeft uitleg over de interpretatie van de informatie. Hij wijst er op dat we bij het interpreteren van de OESO-gegevens voorzichtig moeten zijn.

De OESO wil belastingontwijking tegengaan. Op grond van het actieplan tegen Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) moeten alle multinationals met een geconsolideerde omzet van tenminste 750 miljoen euro en die in meerdere landen actief zijn, volgens de OESO een landenrapport (Country-by-Country rapport) opstellen. De belastingdiensten in deze landen wisselen deze landenrapporten vervolgens uit. Zo kunnen belastingdiensten bij multinationals beter de risico’s op het gebied van belastingontwijking beoordelen. Daarnaast is besloten dat jaarlijks gegevens op basis van landenrapporten gepubliceerd worden, ten behoeve van economische en statistische analyses van de activiteiten van multinationals en belastingontwijking. De jaarlijkse publicatie van de OESO `Corporate Tax Statistics’ bevat in 2020 voor het eerst data uit deze gegevens, op basis van data uit 26 landen over het belastingjaar 2016.

Nederlandse multinationals realiseerden in 2016 een omzet van 225 miljard euro. Van de 155 Nederlandse multinationals zijn er 108 met een positieve winst volgens hun landenrapport. Hier staat volgens de rapportage 2,6 miljard euro aan verschuldigde vennootschapsbelasting in Nederland tegenover. Daarnaast gaven deze bedrijven 24,8 miljard euro winst op. Hieruit zou je kunnen concluderen dat multinationals in Nederland gemiddeld slechts 10,6% aan vennootschapsbelasting betalen over hun gerealiseerde winst. Staatssecretaris Vijlbrief komt zelf tot een aanzienlijk hogere effectieve belastingdruk van 21,7%. Een zeer belangrijke oorzaak van het verschil met de 10,6% betreft de dubbeltelling van deelnemingsresultaten. Als je rekening houdt met verrekende verliezen zouden de multinationals over hun gehele gerapporteerde jaarwinst op een gemiddeld effectief tarief van 21,7% uitkomen. Dit is lager dan het geldende VPB-tarief van 25%. Dat verschil kun je volgens de staatssecretaris verklaren vanuit fiscale regelingen die de belastinggrondslag verkleinen ten opzichte van de winst die in jaarcijfers gerapporteerd wordt, zoals het deel van de grondslag dat in de innovatiebox valt en aftrekposten, waaronder de liquidatieregeling.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 9 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen