Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er sprake is van twee, niet samenhangende, bezwaren en bepaalt dat de heffingsambtenaar daarom per bezwaarschrift een dwangsom verbeurt.

Belanghebbende tekent bezwaar aan tegen de WOZ-beschikking en aanslag rioolheffing die op één aanslagbiljet bekend zijn gemaakt. De heffingsambtenaar doet binnen de bezwaartermijn geen uitspraak op bezwaar, waarna belanghebbende een ingebrekestelling indient. De heffingsambtenaar doet na twee weken en één dag alsnog uitspraak op bezwaar. Belanghebbende stelt dat hij recht heeft op twee dwangsommen: één tegen het uitblijven van uitspraak op bezwaar tegen de WOZ-beschikking en één tegen de aanslag rioolheffing.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er sprake is van twee, niet samenhangende, bezwaren en bepaalt dat de heffingsambtenaar daarom per bezwaarschrift een dwangsom verbeurt. Er is geen situatie zoals in het arrest van de HR V-N 2015/27.10 waarbij sprake is van twee gelijktijdig ingediende bezwaren die inhoudelijk samenhangen en er daarom maar één dwangsom verbeurd is. Een bezwaar tegen een WOZ-beschikking heeft een wezenlijk ander karakter dan een bezwaar tegen een aanslag rioolheffing welke ziet op de opbrengstlimiet. Verweerder is één dag in gebreke gebleven en verbeurt voor beide bezwaarschriften een dwangsom van € 23.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 9 juli

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen