Belanghebbende, Stichting X, beoogt hulp te geven aan instanties en personen die het Evangelie prediken. Feitelijk beperken haar werkzaamheden zich tot het ondersteunen van zendelingen (in het buitenland en op verlof) en het inzamelen van goederen voor Roemenië. In geschil is of de ANBI-status van X terecht per 31 december 2013 is ingetrokken. Volgens de inspecteur is het prediken en verkondigen van het evangelie een werkzaamheid in het algemeen belang, maar streeft X met haar feitelijke werkzaamheden niet rechtstreeks dat algemeen nuttige doel na.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat met het faciliteren van zendingswerk ook het algemeen belang wordt nagestreefd, maar dat voor de kwantitatieve (90%) toets niet moet worden gekeken naar het tijdsbeslag dat aan de verschillende activiteiten wordt besteed, maar naar de uitgaven. Een groot deel van de door X ontvangen giften is op naam van een specifiek genoemde vrijwilliger/bestuurder. Met de geoormerkte giften wordt een particulier belang gediend en niet een algemeen belang. Hoewel een deel van deze 'geoormerkte' c.q. doorgestote giften niet door de betrokken personen wordt opgenomen dan wel worden teruggestort naar X, belopen deze giften in 2014 circa € 53.000 en dat is ruimschoots meer dan 10% van haar totale uitgaven (€ 196.947). Er hoeft dus geen nadere berekening te worden gemaakt van het totaalbedrag dat aan X niet ter vrije besteding heeft gestaan. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b